Thailand2018.reismee.nl

Dag 21: naar Krabi town

Vandaag vertrekken we weer uit ons mooie huisje op Koh Lanta. We zijn hier vijf nachten geweest, waarvan dag 18 en 19 erg regenachtig zijn geweest. We hebben tussendoor nog wel steeds even kunnen zwemmen en hebben in de ochtend het eiland met de auto doorkruist, maar we hebben ook veel binnen in het huisje gezeten. Vooral ‘s avond na het eten. Helemaal niet verkeerd en we zijn goed uitgerust.

Dag 20 was het weer een heerlijk warme regenvrije dag, die voor ons erg leuk begon. Frank was om half acht vertrokken naar boksles en had zijn beide zoons meegenomen. Dus rond half negen stond Appie ineens voor ons huisje met de vraag of we meegingen scooteren. Bij het huisje hadden we namelijk ook een scooter gratis erbij gekregen en daar hadden we al eens eerder gebruik van gemaakt. Met twee scooters zijn we toen naar Kaw Kwang Beach gereden, we wisten niet wat we zagen. Aan twee kanten was de zee te zien en het was op dat moment, rond een uur of negen, nog eb. Er vlogen hoog in de lucht zeearenden, die zich met een duikvlucht op de droge zeebodem storten. Ik denk voor kreeftjes, krabben etc. Mooi om te zien. Vervolgens spraken we af later met zijn alle hier naar terug te gaan.

Hierna reden we nog even naar de hoofdstraat en scoorden Anita nog een wit t-shirt voor weinig. Toen was het weer tijd om naar ons resort terug te rijden, want Frank en de boy’s waren waarschijnlijk al thuis. We besloten eerst weer lekker te ontbijten en dan door naar het strand. Toen we daar rond 10:00 aankwamen was het al weer vloed geworden en stonden er aan een kant van de zee hoge golven (niet te hoog voor de jongens hoor). Ikzelf heb altijd al graag in het water gezeten en dat is nog steeds zo. Dus ruim een uur met de jongens in de golven bezig geweest. Soms met Frank en soms met Appie of Anita, maar ikzelf ben er niet uitgeweest. Anita en ik hadden besloten langs het strand naar ons resort terug te wandelen en Kwaan wilde graag mee lopen. Dus wij met zijn drieën over het strand terug en Appie, Frank en Chang met de auto. Chang sliep vrijwel direct in de auto, zo moe was hij geworden van het in de zee spelen. Hij vond het dan ook fantastisch en is helemaal niet bang meer. Leuk om te zien, alleen het naar huis gaan is dan voor hem het ergste wat er is haha.

De strandwandeling was in totaal 3 km, met onderweg nog een versnapering in de vorm van een fruitshake met nog even lekker in de golven die aan deze kant nog hoger waren. Wel drie meter hoog, volgens Khaan. Bij terugkomst hebben we weer heerlijk gezwommen in het zwembad en lekker zitten lezen. Frank en Khaan gingen een tweede keer naar boksles en daarna zijn we weer heerlijk gaan eten. Daarna nog tot laat voor het huisje gezeten en op tijd naar bed.

Maar vandaag dus door naar de laatste stad van onze reis in Thailand. We rijden zo’n kleine 100km naar het noorden, want we willen de Tiger Cave tempel nog zien. Daar had ik zulke mooie foto’s van gezien en wilden daar dus graag naartoe. Gelukkig blijkt dit echt heel dicht in de buurt te zitten van Krabi Town, waar Appie ons nieuwe hotelkamer heeft geboekt. Als we de stad in rijden zien we de tempel al naast de weg liggen op de berg. Maar we besluiten eerst in te checken en dan even om te kleden en terug te gaan. Rond een uur of twaalf kunnen we in de kamers en na ons even geïnstalleerd te hebben gaat de auto weer terug naar de tempel. Frank rijd ons er zo naar toe en dan zien we de toegangstempel die beneden aan de berg staat dus in de steigers staan. Nog niet in zijn volle glorie, maar al adembenemend mooi. Onder aan de berg is een gebedsruimte, die we eerst bezoeken. Deze ruimte is deels tegen de rotswand gebouwd en er zitten drie monikken op een soort van podium voor de gouden boeddha beelden en een groep mensen die met een gebed bezig zijn. Als we binnenkomen krijgen we allemaal nog een polsbandje en er wordt een donatie gevraagd. Mooi om even te zien, we mogen trouwens foto’s maken. Als ik bijna naar buiten wil gaan en de monikken en mensen klaar zijn met hun gebed, zie ik dat er nog een trap achter een aantal beelden de rots in gaat. Ik ga samen met Khaan en Chang naar boven en zien dat een enorme stenen tijger in een nis en een ruimte daarboven een soort van sarcofaag, waarschijnlijk van een belangrijke monnik. Erg mooi, maar hierna moeten we toch echt de berg op, er is geen ontsnappen meer mogelijk.

Het gaat om 1237 treden, lezen we onder aan de eerste stenen trap. De treden zijn van beton en zodra we de eerste trap op zijn, beginnen bij mij de zweetdruppels al te komen. Toen we het vanmorgen met elkaar over deze tempel hadden, zei Appie niet mee te zullen gaan en samen met Chang in het hotel te blijven. Chang houd niet zo van lopen en dus zou Frank wel eens de lul kunnen zijn voor 1237 treden. Maar vanmiddag in de auto, zijn ze er toch allebei weer bij. Appie wil het eigenlijk niet missen, dus Frank zal aan de bak moeten, haha.

Chang loopt trouwens voorop bij de eerste trap en wil niets liever dan bij zijn vader blijven, want Chang is nooit bang voor een uitdaging. Na ongeveer 100 treden te hebben gehad zegt Appie dat het niets voor haar is. Ze wil eigenlijk terug, maar dan wel met Chang. Ze vindt het natuurlijk veel te zwaar voor Frank, maar die is al een aantal trappen verder en komt echt niet terug met Chang. Want we weten allemaal nu wel dat hij zijn vader dit echt niet alleen zal laten doen. “Allen mietjes gaan terug met hun moeder, haha”. Appie probeert het nog tot zo’n driehonderd treden, maar geeft het dan op. Ik ben wat achtergebleven om haar te motiveren, maar dat lukte niet. Ze zag het echt niet zitten en besloot terug te gaan.

Hierna ben ik naar de andere toegelopen en kwam Frank bij het eerste rustpunt op zo’n 500 treden weer tegen. Hij was al behoorlijk nat van het zweet, maar Chang stond te stuiteren om door te gaan. Dus papa moest weer aan de bak. Hierna kwamen er nog heel wat verschillende trappen, de ene wat stijler dan de andere of wat hogere treden dan de ander, maar het bleef maar doorgaan. Het leek wel weer op de fietstochten die ik vroeger met mijn fietsmaatjes heb gedaan in de Belgisch Ardennen. Achter elke bocht lag weer een nieuwe sbeklimming, er kwam geen eind aan. En hier was het eigenlijk niet anders.

Leuk trouwens om met de andere beklimmers te praten, of de tegenliggers, die weer naar beneden kwamen. Voor ons liep een Engels meisje met een kruk (erg knap hoor, ze heeft het helemaal gehaald) met haar moeder. We vroegen aan de tegenliggers of we er bijna waren en waren blij met onze waterfles, die we hard nodig hadden. Khaan fladderde op zijn gemak naar boven, wij liepen steeds langzamer. Ik had echt medelijden met Frank, die heeft de hele tocht met Chang op zijn arm gelopen. Maar na een klein uurtje waren we dan toch boven en konden we onze fles weer bijvullen met drinkwater, hetgeen iedereen als eerste deed. Frank kwam natuurlijk als laatste van ons boven. Wat een held, met die kleine op zijn arm.

Chang was natuurlijk nog helemaal niet moe, dus die huppelde er lustig op los. Na weer een beetje bijgekomen te zijn, nog een laatste trap (en vooraf je schoenen uit) en we betraden de heilige grond van de tempel. Wat een uitzicht, dit was het mooiste uitzicht dat ik ooit gezien heb. De Leeuwenrots in Sri Lanka was vorig jaar een belevenis, maar dit uitzicht was toch misschien wel mooier. “ We hebben zo’n 600 meter geklommen”, zegt Anita. Maar dat vergeet je bij het fantastische uitzicht.

Echter moet je toch een keer terug, dus na een half uurtje en een flesje water gevuld voor Frank, gaan we weer naar beneden. Naar beneden gaat toch wel wat sneller, als je geen kind mee hoef te sjouwen dan. Want Frank neemt Chang weer op zijn arm en die denkt “waarom zou ik mijn ogen niet eens lekker dicht doen, bij papa op zijn arm” en doet dat dan ook. Dus Frank met een zak aardappel van ongeveer 20 kilo op zijn arm naar beneden, pffff. Ik snap nu pas waar Frank de Boeddha om gebeden heeft, “ sterkte bij de terugreis”. Want daar zou ik dus voor gebeden hebben, Frank haha.

Als we aan de laatste trap zijn begonnen, zien we Appie al staan. Ze heeft de hele tijd, ongeveer 2 uur, minus haar eigen poging de berg te beklimmen, beneden gewacht met een rot gevoel voor Frank, die haar jongste heeft moeten dragen. Als Frank dan ook beneden is, is er geen draadje van zijn t-shirt meer droog en zakt hij ter plekke neer. We geven hem gauw wat vocht en hij komt weer wat bij. Chang loopt alweer te huppelen, maar is ook bijna helemaal nat van zijn vaders zweet.

Hierna gaan we gauw naar het hotel en duiken het zwembad in. Rond een uur of zes krijgen we van Appie de vraag of we gaan eten, lopend naar Krabi Town. Frank kiest ervoor niet mee te gaan en lekker even op zijn bedje te gaan liggen. Wanneer we een restaurantje zien, zegt Appie daar eten voor haar man te willen halen en lopen Anita en ik nog wat verder. We willen namelijk nog even over de mooie boulevard lopen, die we vanmiddag hebben gezien vanuit de auto. Dus nemen we afscheid van Appie, Khaan en Chang en wandelen verder. Wanneer we de boulevard oplopen een hoekje om, zien we een heel leuke Foodmarkt waar veel mensen zijn en het er erg gezellig uitzien. Nog geen kwartier later zitten we achter een boord rijst en bami, met een lekkere fruitshake. Voor 150 bath eten we ons buikje vol. Daarna wandelen we langs de boulevard terug naar ons hotel. Wat een mooie dag weer en wat was de Tijger Cave tempel berg een supergave belevenis. Ik ben blij dat we het gedaan hebben, het was de moeite waard.


Reacties

{{ reactie.poster_name }}

Reageer

Laat een reactie achter!

De volgende fout is opgetreden
  • {{ error }}
{{ reactieForm.errorMessage }}
Je reactie is opgeslagen!