Thailand2018.reismee.nl

Dag 23: weer terug in Bangkok

Om zeven uur afgesproken met Frank om te gaan ontbijten. We hebben met Appie besproken dat niet iedereen mee hoeft naar het vliegveld. Dat zou betekenen dat iedereen moet opschieten en niet rustig even kan ontbijten. Echter Appie zegt dat zij pertinent met ons wil mee ontbijten, samen met de drie andere familieleden.

Anita en ik hebben slecht geslapen en zijn al vroeg wakker. We zijn tien minuten voor zeven al beneden met de koffers en tassen. We leveren de sleutel in en krijgen te horen dat we al mogen gaan ontbijten. Dus nog voor zeven uur nemen we al een bakkie thee en eten we al wat. Om vijf over zeven komt Frank, samen met Khaan naar beneden, maar zij eten niet mee. Ze gaan straks lekker met elkaar eten. We horen van Khaan dat Chang nog ligt te slapen, dus gaan we om tien voor half acht naar de kamer van Appie en nemen daar afscheid van haar en Chang, die net wakker aan het worden is. De moeder en zus van Appie zien we ook nog even en nemen ook van hen afscheid.

Frank en Khaan hebben de koffers en tassen al ingeladen en een half uurtje later nemen we afscheid van hen bij het vliegveld. We staan bijna helemaal vooraan bij de incheckbalie/bagage afgifte en zijn snel door de controle heen. Nu nog twee uurtjes wachten en dan vertrekt het vliegtuig naar Bangkok. Het is nog geen anderhalf uur vliegen, dus zijn we om half twaalf weer bij ons beginpunt van deze mooie reis.

We lopen meteen door naar lost&found van Thaiairways, voor mijn e-reader. Na een half uurtje heb ik die ook weer terug en dan moeten we nog tot een uur wachten voor het pendelbusje naar ons hotel voor een nacht.

Dit blijkt echt maar tien minuten van het vliegveld af te liggen, dus dat is mooi. Dat kun je niet zeggen van onze kamer, want die is echt niet mooi. Oud en versleten, maar het is maar voor een nacht.

Voor de deur van het hotel is een lokaal markje en daar eten we heerlijk noedelsoep met een fruitshake. We wandelen vanaf daar, met behulp van google maps naar een winkelcentrum, gewoon om de tijd te doden. Echter is niet echt veel en lopen dus weer terug. Gaan lekker het zwembad even in en rond een uur of zes terug naar de kamer en knappen ons even op voor het avondeten. We hebben niet veel honger, maar genieten toch weer van ons zoveelste bord Pad Krapow Moo met voor mij een Changbiertje en voor Anita een flesje water. Wat kan het leven toch mooi zijn.

Morgen weer terug in de tijd, richting huis. Jammer, maar thuis is ook wel weer leuk en er moet tenslotte ook gewerkt worden om dit soort reizen te kunnen blijven doen.

We hebben het weer heerlijk gehad in Thailand en genoten van Frank, Appie en de boy’s en fantastisch plekken bezocht. Het is een fantastisch mooi land waar ik mezelf nooit bedreigd heb gevoel door wat of wie dan ook. De mensen zijn lief voor elkaar en dat zie je terug in het verkeer. Zoveel auto’s en scooters kriskras door elkaar en we hebben maar een aanrijding gezien. Hoe is het mogelijk, maar het kan als je elkaar wat gunt. Aldus de wijze woorden van Frank, die ons overal naartoe heeft gereden en ook echt genoten heeft van de autorit. En Appie heeft echt geld voor ons verdient door altijd te zoeken naar de goedkoopste prijs van toch wel mooie en dure huisje, kamers en homestay’s.

Bedankt daarvoor en nog twee mooie weken toegewenst, Appie en Frank.

Dag 22: laatste dag met zijn allen

Vandaag al weer de laatste dag met zijn allen, morgen gaan Anita en ik met het vliegtuig vanaf Krabi terug naar Bangkok en gaan de anderen door naar Surat. Als we gaan ontbijten komt Appie met het nieuws dat haar moeder, samen met haar tante “grote mond” en zus Kii vandaag ook naar Krabi komen. Hoe laat ze zullen aankomen is nog niet bekend, dus kunnen wij nog andere dingen gaan doen. 

Appie vraagt bij de receptie na of er een mogelijkheid is voor een boottocht. Natuurlijk is dat mogelijk en we stappen dan ook in de auto naar de  boulevard. Als we uitstappen komt er direct een man naar ons toe en zegt ons vriendelijk gedag, “wat gaan jullie doen vandaag”, is zijn vraag. Hij stelt ons een boottochtje van een uur voor, voor een leuk prijsje en daar gaan we op in. We wandelen met hem mee naar de kade en stappen in zijn Longtailboat. Het is een aardige man, of komt dat toch door Appie haha.

We varen over de rivier naar de twee enorme opstaande rotsen aan het begin van het havengebied van Krabi Town, die als een soort van natuurlijke toegangspoort daar lijken te zijn neergelegd. Echt heel mooi om te zien.

Als we dichter en dichter bij een van de rotseilanden komen, zien we een aanlegsteiger en een welkomstboodschap met de naam van een Cave erop, het is de Khao Khanab Nam Cave. We wandelen het eiland op, dat bewoond en gerund word door een stel, dat daar woont in een hutje op palen met weinig conform. Ze rekenen 30 bath pp om de Cave en het eiland te onderhouden en om op het eiland te kunnen leven. Wat een mooi, maar simpele leven voor hen.

De grot is te bereiken via een trap, wat ook al een kunststuk opzicht is. In de Cave zijn de skeletten van mensen en dieren uit de prehistorie gevonden, maar er hebben ook Japanse soldaten in de grot gezeten in de 2e Wereldoorlog, lezen we op een informatiebordje. Ook zien we veel stapeltjes stenen op elkaar en begint Frank aan zijn eigen stapel. Voor elke steen mag je een wens doen en die kan uitkomen zolang als de stenen blijven staan. Dus zijn we heel voorzichtig en stoten geen stapels om.

Khaan vind het helemaal te gek, maar ook een beetje spannend. Als hij dan tenslotte een dode vleermuis vindt is hij helemaal opgewonden. Er is in het plafond ook nog een gat en daar kun je naartoe klimmen met behulp van een touw. Alleen Khaan probeert het, maar het is te stijl voor hem.

E blijven toch wel gauw een half uur en dat zou betekenen dat ons uurtje varen er al bijna opzit. Met de persoon van de boot wordt een prijs afgespoken voor twee uur en dan gaan we weer verder. Na een stukje de rivier af is Frank in een gesprek ineens weer heel stil en zien we een varaan overzwemmen. De boot wordt stilgelegd zodat we foto’s kunnen nemen en daarn varen we de mangrove forest in. Het is op dit moment eb, dus de wortels van de bomen zijn steken ver boven het water uit. Opeens roept de schipper “Monkey” en ja hoor op de wortels van een boom zit hij naar ons te kijken. We varen muisstil voorbij, nemen foto’s en hopen op nog meer dieren. Maar dat is niet meer het geval.

We komen weer op de rivier uit en zitten dichtbij een vissersdorp op palen. Hier kunnen we niet alleen naar de vissen, krabben en kreeften kijken, maar ze ook opeten. Echter honger hebben we nog geen van alle en daarom nemen we alleen een fruitshake, is ook lekker.

Na een klein halfuurtje weer de boot op en het laatste stukje terug naar het opstappunt. We vonden het echt mooi en besloten wat te eten te scoren. Is wel veel goedkoper dan waar we net vandaan kwamen, dat restaurant in het vissersdorpje rekent touristenprijzen en dat zijn wij niet, toch. Wij eten heerlijk bij de echt Thaise kleine eettentjes, die er soms niet uitzien, maar waar je heerlijk eet. Dankzij Appie die altijd de bestelling opneemt en doorgeeft aan de bediening, en altijd heerlijk. Dat ga ik zeker missen, maar ben wel benieuwd wat de weegschaal thuis zal laten zien(nog maar niet aan denken, haha).

Na het eten willen we nog even naar een tempel (of we die nog niet genoeg gezien hebben) en daar komen we na een kwartiertje omrijden terecht. Dit blijkt later vlak achter ons hotel te zien, maar dat weten we dan nog niet haha. De tempel is mooi, maar zo goed als verlaten en gewoon standaard (niet oneerbiedig bedoeld, maar elk zelfrespecterend stad heeft wel zo’n prachtige tempel) Appie blijft even achter in de auto, met een slapende Chang, dus na een kwartiertje lopen we weer terug naar de auto.

Laat Frank nu net bij een soort verzamelbeurs voor amuletten terecht komen en daar is hij gek op. Na een half uurtje in de auto te hebben gewacht, ga ik hem maar eens zoeken. Nou als een kind in een speelgoedwinkel vind ik hem hier terug. Hij koopt nog even twee zeldzame amuletten, hij heeft er pas 250 of zo, maar deze kon hij echt niet laten liggen. Nouja, geld moet rollen, ja toch haha.

Hierna terug naar het hotel en gaan Anita en ik nog even naar 7eleven op de boulevard om wat water te kopen en om gewoon nog even te wandelen. Frank en Appie gaan met de boys naar hun kamer, de familie kan ieder moment arriveren. Appie heeft een kamer geboekt voor de drie dames voor vannacht. Als we langs de rivier wandelen en bij de 7eleven zijn geweest, besluiten we nog even wat foto’s in Grabi town te maken. Er staat een enorm beeld van een zeearend en van een kreeft en die wil ik nog even vastleggen, nu het nog kan. Morgenochtend vertrekken we namelijk en als we vannavond gaan eten in het centrum is het donker. We lopen dus weer een behoorlijk stuk door en terug en zijn rond  half vijf terug in ons hotel. Even lekker douche en rusten voordat we om zes uur gaan eten met de drie dames, die inmiddels zijn gearriveerd.

We worden om zes uur vanuit het hotel met een pendelbusje naar het centrum gebracht en wandelen vanaf daar naar de foodmarkt. We eten heerlijk met zijn negenen, voor het enorme bedrag van iets meer dan 30 euro. Lacheeeeeee. 

Om zeven uur gaan de drie dames, met de beide boy’s ( ja echt, ook Chang?) terug naar het hotel en lopen Anita, Appie, Frank en ik nog even door de winkelstraat voor wat souveniers. Om acht uur precies worden we weer opgehaald door het pendelbusje en hierna maken we een eind aan weer een gezellige dag.


Dag 21: naar Krabi town

Vandaag vertrekken we weer uit ons mooie huisje op Koh Lanta. We zijn hier vijf nachten geweest, waarvan dag 18 en 19 erg regenachtig zijn geweest. We hebben tussendoor nog wel steeds even kunnen zwemmen en hebben in de ochtend het eiland met de auto doorkruist, maar we hebben ook veel binnen in het huisje gezeten. Vooral ‘s avond na het eten. Helemaal niet verkeerd en we zijn goed uitgerust.

Dag 20 was het weer een heerlijk warme regenvrije dag, die voor ons erg leuk begon. Frank was om half acht vertrokken naar boksles en had zijn beide zoons meegenomen. Dus rond half negen stond Appie ineens voor ons huisje met de vraag of we meegingen scooteren. Bij het huisje hadden we namelijk ook een scooter gratis erbij gekregen en daar hadden we al eens eerder gebruik van gemaakt. Met twee scooters zijn we toen naar Kaw Kwang Beach gereden, we wisten niet wat we zagen. Aan twee kanten was de zee te zien en het was op dat moment, rond een uur of negen, nog eb. Er vlogen hoog in de lucht zeearenden, die zich met een duikvlucht op de droge zeebodem storten. Ik denk voor kreeftjes, krabben etc. Mooi om te zien. Vervolgens spraken we af later met zijn alle hier naar terug te gaan.

Hierna reden we nog even naar de hoofdstraat en scoorden Anita nog een wit t-shirt voor weinig. Toen was het weer tijd om naar ons resort terug te rijden, want Frank en de boy’s waren waarschijnlijk al thuis. We besloten eerst weer lekker te ontbijten en dan door naar het strand. Toen we daar rond 10:00 aankwamen was het al weer vloed geworden en stonden er aan een kant van de zee hoge golven (niet te hoog voor de jongens hoor). Ikzelf heb altijd al graag in het water gezeten en dat is nog steeds zo. Dus ruim een uur met de jongens in de golven bezig geweest. Soms met Frank en soms met Appie of Anita, maar ikzelf ben er niet uitgeweest. Anita en ik hadden besloten langs het strand naar ons resort terug te wandelen en Kwaan wilde graag mee lopen. Dus wij met zijn drieën over het strand terug en Appie, Frank en Chang met de auto. Chang sliep vrijwel direct in de auto, zo moe was hij geworden van het in de zee spelen. Hij vond het dan ook fantastisch en is helemaal niet bang meer. Leuk om te zien, alleen het naar huis gaan is dan voor hem het ergste wat er is haha.

De strandwandeling was in totaal 3 km, met onderweg nog een versnapering in de vorm van een fruitshake met nog even lekker in de golven die aan deze kant nog hoger waren. Wel drie meter hoog, volgens Khaan. Bij terugkomst hebben we weer heerlijk gezwommen in het zwembad en lekker zitten lezen. Frank en Khaan gingen een tweede keer naar boksles en daarna zijn we weer heerlijk gaan eten. Daarna nog tot laat voor het huisje gezeten en op tijd naar bed.

Maar vandaag dus door naar de laatste stad van onze reis in Thailand. We rijden zo’n kleine 100km naar het noorden, want we willen de Tiger Cave tempel nog zien. Daar had ik zulke mooie foto’s van gezien en wilden daar dus graag naartoe. Gelukkig blijkt dit echt heel dicht in de buurt te zitten van Krabi Town, waar Appie ons nieuwe hotelkamer heeft geboekt. Als we de stad in rijden zien we de tempel al naast de weg liggen op de berg. Maar we besluiten eerst in te checken en dan even om te kleden en terug te gaan. Rond een uur of twaalf kunnen we in de kamers en na ons even geïnstalleerd te hebben gaat de auto weer terug naar de tempel. Frank rijd ons er zo naar toe en dan zien we de toegangstempel die beneden aan de berg staat dus in de steigers staan. Nog niet in zijn volle glorie, maar al adembenemend mooi. Onder aan de berg is een gebedsruimte, die we eerst bezoeken. Deze ruimte is deels tegen de rotswand gebouwd en er zitten drie monikken op een soort van podium voor de gouden boeddha beelden en een groep mensen die met een gebed bezig zijn. Als we binnenkomen krijgen we allemaal nog een polsbandje en er wordt een donatie gevraagd. Mooi om even te zien, we mogen trouwens foto’s maken. Als ik bijna naar buiten wil gaan en de monikken en mensen klaar zijn met hun gebed, zie ik dat er nog een trap achter een aantal beelden de rots in gaat. Ik ga samen met Khaan en Chang naar boven en zien dat een enorme stenen tijger in een nis en een ruimte daarboven een soort van sarcofaag, waarschijnlijk van een belangrijke monnik. Erg mooi, maar hierna moeten we toch echt de berg op, er is geen ontsnappen meer mogelijk.

Het gaat om 1237 treden, lezen we onder aan de eerste stenen trap. De treden zijn van beton en zodra we de eerste trap op zijn, beginnen bij mij de zweetdruppels al te komen. Toen we het vanmorgen met elkaar over deze tempel hadden, zei Appie niet mee te zullen gaan en samen met Chang in het hotel te blijven. Chang houd niet zo van lopen en dus zou Frank wel eens de lul kunnen zijn voor 1237 treden. Maar vanmiddag in de auto, zijn ze er toch allebei weer bij. Appie wil het eigenlijk niet missen, dus Frank zal aan de bak moeten, haha.

Chang loopt trouwens voorop bij de eerste trap en wil niets liever dan bij zijn vader blijven, want Chang is nooit bang voor een uitdaging. Na ongeveer 100 treden te hebben gehad zegt Appie dat het niets voor haar is. Ze wil eigenlijk terug, maar dan wel met Chang. Ze vindt het natuurlijk veel te zwaar voor Frank, maar die is al een aantal trappen verder en komt echt niet terug met Chang. Want we weten allemaal nu wel dat hij zijn vader dit echt niet alleen zal laten doen. “Allen mietjes gaan terug met hun moeder, haha”. Appie probeert het nog tot zo’n driehonderd treden, maar geeft het dan op. Ik ben wat achtergebleven om haar te motiveren, maar dat lukte niet. Ze zag het echt niet zitten en besloot terug te gaan.

Hierna ben ik naar de andere toegelopen en kwam Frank bij het eerste rustpunt op zo’n 500 treden weer tegen. Hij was al behoorlijk nat van het zweet, maar Chang stond te stuiteren om door te gaan. Dus papa moest weer aan de bak. Hierna kwamen er nog heel wat verschillende trappen, de ene wat stijler dan de andere of wat hogere treden dan de ander, maar het bleef maar doorgaan. Het leek wel weer op de fietstochten die ik vroeger met mijn fietsmaatjes heb gedaan in de Belgisch Ardennen. Achter elke bocht lag weer een nieuwe sbeklimming, er kwam geen eind aan. En hier was het eigenlijk niet anders.

Leuk trouwens om met de andere beklimmers te praten, of de tegenliggers, die weer naar beneden kwamen. Voor ons liep een Engels meisje met een kruk (erg knap hoor, ze heeft het helemaal gehaald) met haar moeder. We vroegen aan de tegenliggers of we er bijna waren en waren blij met onze waterfles, die we hard nodig hadden. Khaan fladderde op zijn gemak naar boven, wij liepen steeds langzamer. Ik had echt medelijden met Frank, die heeft de hele tocht met Chang op zijn arm gelopen. Maar na een klein uurtje waren we dan toch boven en konden we onze fles weer bijvullen met drinkwater, hetgeen iedereen als eerste deed. Frank kwam natuurlijk als laatste van ons boven. Wat een held, met die kleine op zijn arm.

Chang was natuurlijk nog helemaal niet moe, dus die huppelde er lustig op los. Na weer een beetje bijgekomen te zijn, nog een laatste trap (en vooraf je schoenen uit) en we betraden de heilige grond van de tempel. Wat een uitzicht, dit was het mooiste uitzicht dat ik ooit gezien heb. De Leeuwenrots in Sri Lanka was vorig jaar een belevenis, maar dit uitzicht was toch misschien wel mooier. “ We hebben zo’n 600 meter geklommen”, zegt Anita. Maar dat vergeet je bij het fantastische uitzicht.

Echter moet je toch een keer terug, dus na een half uurtje en een flesje water gevuld voor Frank, gaan we weer naar beneden. Naar beneden gaat toch wel wat sneller, als je geen kind mee hoef te sjouwen dan. Want Frank neemt Chang weer op zijn arm en die denkt “waarom zou ik mijn ogen niet eens lekker dicht doen, bij papa op zijn arm” en doet dat dan ook. Dus Frank met een zak aardappel van ongeveer 20 kilo op zijn arm naar beneden, pffff. Ik snap nu pas waar Frank de Boeddha om gebeden heeft, “ sterkte bij de terugreis”. Want daar zou ik dus voor gebeden hebben, Frank haha.

Als we aan de laatste trap zijn begonnen, zien we Appie al staan. Ze heeft de hele tijd, ongeveer 2 uur, minus haar eigen poging de berg te beklimmen, beneden gewacht met een rot gevoel voor Frank, die haar jongste heeft moeten dragen. Als Frank dan ook beneden is, is er geen draadje van zijn t-shirt meer droog en zakt hij ter plekke neer. We geven hem gauw wat vocht en hij komt weer wat bij. Chang loopt alweer te huppelen, maar is ook bijna helemaal nat van zijn vaders zweet.

Hierna gaan we gauw naar het hotel en duiken het zwembad in. Rond een uur of zes krijgen we van Appie de vraag of we gaan eten, lopend naar Krabi Town. Frank kiest ervoor niet mee te gaan en lekker even op zijn bedje te gaan liggen. Wanneer we een restaurantje zien, zegt Appie daar eten voor haar man te willen halen en lopen Anita en ik nog wat verder. We willen namelijk nog even over de mooie boulevard lopen, die we vanmiddag hebben gezien vanuit de auto. Dus nemen we afscheid van Appie, Khaan en Chang en wandelen verder. Wanneer we de boulevard oplopen een hoekje om, zien we een heel leuke Foodmarkt waar veel mensen zijn en het er erg gezellig uitzien. Nog geen kwartier later zitten we achter een boord rijst en bami, met een lekkere fruitshake. Voor 150 bath eten we ons buikje vol. Daarna wandelen we langs de boulevard terug naar ons hotel. Wat een mooie dag weer en wat was de Tijger Cave tempel berg een supergave belevenis. Ik ben blij dat we het gedaan hebben, het was de moeite waard.


Dag 17: regen op Koh Lanta

Na een heerlijk rustige nacht, waarbij de airco zo nu en dan ineens uit gaat en we dus geen stroom meer hebben en het echt pikkedonker is, staan we rond half negen te douchen en eten we weer een aantal yoghurtjes als ontbijt. Kwart over negen komen Khaan en Frank al weer terug van het boxen en besluiten we snel even buiten te gaan ontbijten. Het wordt een Dim Sum ontbijtje en dat is vlakbij ons appartement. Ik vind zelf dat er niet zo veel meer is, maar kies voor een bapao, met krabkoekjes en iets met vleeskoekjes. Appie en de jongens nemen rijstsoep, die ik wel even geproefd heb. Die ga ik morgenochtend ook bestellen.

Omdat het blijft regenen, besluiten we een rondje over het eiland te maken met als einddoel “ The old Town”. Als we daar aankomen, regent het nog steeds. We parkeren de auto en lopen de winkelstraat in. We duiken meteen de eerste de beste soevenierswinkel in. Er zijn hele leuken dingen en als Frank een t-shirt laat zien met een olifant erop, besluiten we er allemaal een te kopen. Daarna gaat het helemaal los, met kettinkjes, armbandjes, kleine t-shirts voor de kleinkinderen, mooi houtsnijwerk voor thuis, etc. We hebben er veel zin in en kopen lekker door.

Je zou er honger van krijgen, dus...... een restaurant in en voor ons een heerlijke pancakes met ananasshake. Voor 100 bath(=2,50) pp. Frank had geen trek in Dim Sum, dus die neemt ook nog een bord Pad Thai erbij. We zitten aan een lange bamboetafel en wanneer ik een servetje pak uit een bekkertje valt er een dikke kakkerlak uit mijn servetje, gadver..... had hem bijna in mijn mond gehad. Hij is zo groot en klimt weer op een stoel, ik neem even een foto en ben blij dat ik al uitgegeten was. Alles kriebelt, ook wanneer ik dit weer zit te tikken haha.

Hierna weer in de auto naar ons huisje, het is dan ongeveer twee uur en we besluiten vandaag eten te halen op de zaterdagmarkt en gaan om vier uur weer met de auto naar het stadje. Het is een erg druk marktje en we zien direct bij de ingang een bbq tentje met varkensstokjes. We nemen er een aantal mee en ook zakjes met spekstukjes, erg lekker. Dan het marktje in en ieder voor zich je maaltijd bij elkaar sprokkelen. Ik scoor vandaag een heerlijke maïskolf, een spiraal aardappel aan een stokje geregen wat net chips is. (Je geeft zelf aan welke smaak je wilt), Een cocosnoot met rietje, bier en Anita koopt vier kilo fruit. Mangistan en Ramboetan. De eerste blijkt niet zo lekker te zijn, maar Frank lust ze wel. De tweede moet nog geproefd worden. We hebben een dakterras en daar eten we het meegenomen diner op. Met een mooi uitzicht op de zee, sluiten we de dag dus af op het dakterras. Daarna zwemmen de jongens nog wat en gaan Appie en Frank vandaag vroeg op stok. “ Lekker lezen en tv kijken”, zegt Appie. Wij blijven nog lekker voor het huisje zitten genieten van de warmte, ons boek en de rust.

Dag 16: op weg naar Koh Lanta

Vandaag geen ontbijt in het hotel, maar als we vertrekken stoppen we bij de 7eleven en loopt Appie even een lokaal marktje in voor wat zakjes lokale lekkernij. Anita koopt voor ons wat yoghurt en drinken en dan gaat de reis beginnen. Wederom zo’n 200 km, niet veel maar genoeg voor een dag.

De reis gaat weer door bergzaam gebied en onderweg valt veel regen. We rijden weer richting de kust en zien weer de vele rotseilanden uit de zee oprijzen. Het is een mooie provincie, met een erg mooie kust. Het eiland Koh Lanta wordt bereikt met behulp van een bootferry naar het kleine gedeelte van het eiland en vandaar uit met een brug naar het grotere gedeelte van het eiland.

Het resort ligt niet direct aan de kust, maar iets hoger de berg op. Het is een klein, maar stijl stukje omhoog. Het zijn negen huisjes in een kring met een zwembadje in het midden en ziet er leuk en verzorgt uit. Frank en Appie zijn hier ook geweest toen Chang net geboren was. Dus die hebben ze als baby gezien, Khaan was ook drie jaar jonger. Deze mensen stralen gastvrijheid uit en doen er alles aan om het ons naar het zin te maken. Ze lachen veel. De huisjes zijn ruim opgezet en lux ingericht. Hier zullen we vier nachten verblijven en dat zal geen probleem worden, volgens mij. Er wordt ons zelfs een sleutel van een scooter gegeven, maar of we daar gebruik van gaan maken is nog de vraag.

We duiken lekker even met zijn alle in het zwembad en daarna gaan we achter wat te eten aan. Het plaatsje is dichtbij en een restaurant wordt snel gevonden. Appie zou het liefst in een restaurant aan zee willen eten, maar we besluiten dit toch maar niet te doen. Is niet zo leuk voor Chang, die dan veel te lang moet wachten en worden zoet gehouden en dat is voor niemand leuk.

We eten weer heerlijk bij een restaurantje en zijn op tijd terug in het appartement. Hier gaan de kinderen weer lekker zwemmen en gaat Appie even bijpraten bij de eigenaresse. Het is erg gezellig en ze houden het lang vol die beide dames. Voor Appie natuurlijk ook weer even een stukje ontspanning, want bij al die Hollanders is het natuurlijk erg vermoeiend haha.

Frank zit bij ons huisje en als de jongens zijn uitgezwommen komen die ook bij ons en gaan we gezellig spelletjes doen en praten. Rond een uur of tien gaan we naar bed, het was weer een leuke dag. Morgen lekker uitslapen, Khaan gaat van 8 tot 9 uur boxen en daarna ontbijten we gezamenlijk buiten het appartement. Tot morgen....

Dag 15: My name is Bond, James Bond......

Vanmorgen spreken we om 8 uur af voor het ontbijt. Dit is in het restaurant aan de zee en we krijgen een plankje met een bestelkaartje waarop je kunt aangeven wat je wilt voor ontbijt. We eten lekker en een uurtje later halen we de koffers uit de kamers en checken we uit. Het betaalde geld voor de tweede nacht, die we hier gisteren geboekt hebben, krijgen we in de vorm van een tegoedbon terug. Appie regelt direct het nieuwe hotel in Phang Nga. Het is een simpele hotelkamer, voor het eerst zonder koelkast?

De reis heeft ongeveer een uurtje geduurd en we waren rond tien uur dus al in dit hotel. Echter konden pas om een uur inchecken, maar mochten onze koffers alvast neerzetten. Daarna een klein halfuurtje naar de pier en daar zou Appie proberen een boot te regelen, die ons naar Koh Tapu, het James Bond Island, zou brengen. We hoefde niet lang te zoeken naar een booteigenaar, ze vonden ons eigenlijk zelf al. Toen we de auto op de pier parkeerden en uitstapten, kwam er direct al iemand naar ons toe of ze ons kon helpen. Appie en Frank probeerde het eerst nog even zelf, maar deze vrouw bleek de grootte baas te zijn (waarschijnlijk samen met haar man waar we uiteindelijk de deal mee rond gemaakt hebben). De prijs was eerst 3500 bath, maar dat hebben Appie en Frank terug kunnen schroeven tot 2300 bath. Toen we om half twaalf wilden vertrekken, begon het net te regenen. Dus nog vier regenponsho’s erbij gekocht en toen gauw instappen. Het was een grote longtailboot, waar we dus met zijn zesjes in gingen. Wat een moter hebben deze boten en wat een herrie maken ze, haha. Vervolgens kregen we een stevige regenbui op ons dak en waren we blij met onze poncho. Niet lang hoor, want na een kwartiertje weer stralend weer en uit gingen ze weer.

Na een uurtje varen door de rivierdelta, met hele mooie rotspartijen kwamen we in de buurt van Koh Tapu. De schipper sprak Appie aan met de vraag of we wel of niet op het eiland wilden gaan. Een bezoek kost namelijk 100 bath voor een locale en 300 bath voor een buitenlander (waar heb ik dit meer gehoord) Omdat Khaan graag op het eiland wilde, werd besloten dat zij met hem mee zou gaan. Ik besloot als enige ook mee te gaan ( als je dan bij zo’n eiland ben, moet je er wel op, toch.) Chang ging natuurlijk ook wel, niet, wel, niet, wel, niet, welnietwn......mee, dus Frank en Anita bleven achter in de boot. We hebben hier de nodige foto’s genomen en waren in een half uurtje weer terug. Ik vond het de moeite waard en vind het mooi dat men er na zoveel jaar nog een slaatje uit kan slaan. James Bond blijft toch wel iets unieks. Khaan had gisteravond nog het stukje film met zijn vader bekeken, dus wist me veel te vertellen over de rots. “Ome Jan, daar waren ze aan het schieten”.

Verder gingen we weer, nu voor een Thaise lunch in het historische, zwevende Panyi-dorp, ook wel Ko Panyi genoemd. Een plaatje vanaf de zee, met heerlijk verse vis. Echter hebben we, behalve Appie en Khaan, allemaal nog niet zoveel trek. Ik bestel uiteindelijk een schotel viskoekjes, evenals Khaan en Appie iets voor Chang en voor zichzelf. Frank en Anita slaan deze keer even over. We hebben een uur voor de lunch, maar de viskoekjes duren zo vreselijk lang dat we nog maar 10 minuten over hebben om het dorp op palen te bekijken. Echter meer tijd heb ik niet nodig, ik schiet veel foto’s van de huisjes en de rest kijkt in de winkeltjes waar ze van alles verkopen. Het zijn mooie plaatjes, waarvan ik er zo een aantal zal uploaden.

Hierna weer terug over de delta naar de pier, waarbij Chang het laatste stuk in slaap valt. Hij zal vanaf dat moment vandaag niet meer echt wakker worden, totdat we in de kamer terug zijn. Als we zijn ingechecked en de sleutel hebben gehad van de kamer en zijn gesetteld, gaan Anita en ik even wandelen in het park aan de overkant van de weg. Je moet onder een berg door en dan kom je in het park, erg mooi. Er komen direct een apenfamilie onze kant oplopen, maar daar kijken we toch een beetje voor uit. Straks pikken ze mijn bril van mijn hoofd, of de tas van Anita en gebeten worden willen we helemaal niet. Dus op gepaste afstand maak ik foto’s. We wandelen door het park en zien dan Frank ook achter ons lopen, met Khaan. We lopen naar hun toe en kijken of er iets te eten is. Frank en Anita hebben natuurlijk nog niets op. Er staan een aantal kraampjes met bbq en drinken, dus we scoren in totaal 8 kipstokjes en drinken en wandelen nog even rond. Genieten nog wat van de apenfamilie, de vissen en de rode mieren (nou, ontzettend?) en gaan dan weer terug naar het hotel.

Na wat rust en tiktijd voor mij en Anita, krijgen we bericht van Appie: Chang slaapt nog, Frank en Khaan willen eten bij KFC (wat naast het hotel ligt) en ik ga voor bami kijken. Anita en ik gaan voor Thaifood en dus met Appie mee. Ik blijf even tikken op de kamer en Anita, Appie en Khaan zijn een klein uurtje weg. We eten weer heerlijk op de kamer van het meegenomen eten en maken er voor vandaag snel een eind aan, het is wel vermoeiend hoor zo’n reis door het mooie Thailand. We genieten met volle teugen, tot morgen.

Dag 14: van het ene mooie eiland naar het andere mooie eiland.

Om half elf vertrekt de boot weer van ons mooie eiland Payam, we hebben ruim de tijd om nog lekker te ontbijten in ons resort. Frank en ik zitten wat te praten, als Frank ineens zijn mond houdt en naar de zee gaat zitten staren. “Wat zie jij, Frank”, maar dan zie ik het ook. Vijf kleine koppies steken boven het water uit. Dan verdwijnen ze weer om een stukje verder boven te komen. We denken eerst aan zeehonden, maar Frank roept iets van otters. We zijn inmiddels gaan staan en zien ook steeds meer mensen om ons heen naar ons kijken en gaan staan en wijzen. Het personeels heeft inmiddels bevestigd dat het hier om zeeotters gaat.

Ik loop met mijn camera in de aanslag richting de zee. Khaan staat er al en Chang loopt achter ons aan. Ik zie de kopjes steeds boven komen en maak een foto. Leuk om te zien, maar na een tijdje zien we ze niet meer. Als ik naast me kijk, staat Chang tot zijn middel in het water, alleen niet met zijn zwembroek haha.

Ach, zijn moeder had de koffer net pas dicht gedaan voor ons vertrek. Dus die moet weer even worden omgekleed. Om tien uur moeten we uitchecken en worden we met een aantal medereizigers met een tractor met aanhanger naar de pier gebracht. De koffers worden in de speedboot geladen en we worden precies om half elf uitgezwaaid door het personeel van ons resort en stuiteren in een half uur terug naar de kust. Frank haalt direct de auto op en we stappen weer in onze luxe auto met airco, zittende op onze vaste plekken. Khaan helemaal achterin tussen de koffers, die af en toe bij een “scherpe bocht” (moeilijk woord he Appie)op zijn hoofd terecht komen. Anita, Chang en Appie daarvoor en Jan en chauffeur Frank helemaal voorin.

Rond half twaalf vertrekken we weer uit Ranong, en gaan vandaag richting Khao Lak, waar Appie gauw via Agoda een nieuw hotel met zwembad voor ons regelt, voor twee dagen. We moeten betalen bij Lotus Tesco en daar rijden we echt net vlakbij. Dus op de parkeerplaats moet Appie het hotel snel bespreken en later zal blijken dat we iets te ver van ons doel, het James Bond Island af zitten. Na betaling en direct wat eten bij KFC, gaat de reis beginnen. Het is ongeveer 300 km, dus vier uurtjes later zouden we moeten aankomen in het hotel.

Het is weer een hele mooi reis door een heuvelachtig gebied met mooie bergen aan weerszijde en veel fruittentjes naast de weg. Op een bepaald moment ziet Frank een tentje met Dourian en wil hij er graag wat van kopen. We keren en zetten de auto voor het kraampje. Er wordt een grote goeie Doerian gekocht en na een half uurtje genieten we allemaal van de overheerlijke “ parfumachtige” geur van deze verrukkelijke vrucht, NOT.(snot, kun je beter zeggen).

Met de nodige koffie- en snack-stops zijn we rond een uur of vier in Khao Lak, aan de kust waar in 2004 de tsoenamie heeft huis gehouden en waarbij officieus zo’n 10.000 mensen bij zijn omgekomen. (Officieel 4.000). Het hotel zit direct aan de kust en heeft ook veel schade gehad van de tsoenami, volgens de beheerder. Het is een heel mooi appartement met een inpandig zwembad, waarbij de kamers op de begaande grond direct het zwembad in kunnen stappen . (Net nog even filmpjes zitten kijken van 2004, wat een verschikking)

Het is een mooi resort dat we voor twee nachten hebben geboekt, maar Frank brengt ineens naar voren dat het 50 km rijden is naar de pier die ons naar het James Bond Island moet brengen en dan daarna weer 50 km terug naar dit hotel en dan de volgende ochtend naar Koh Lanta. Dat is even 100 km op een dag op en neer. Dus besluiten we een nacht te annuleren en morgenochtend gewoon weer een nieuw hotel te nemen in Phang Nga, wat vlak bij de pier is vanwaar uit de tochten naar het 007 eiland vertrekken.

We gaan lekker met zijn alle zwemmen en na een uurtje omkleden en richting een restaurant. we gaan met de auto het wat drukkere stadje in en na geparkeerd te hebben en door de hoofdstraat te wandelen, staat dit ons eigenlijk allemaal niet aan. Het is erg commercieel en toeristisch.

Dan zien we echter opeens een markt en gaan natuurlijk die kant op. Er zijn veel kleding en snuisterijen te koop en na de aanschaf van wat spullen willen we wat gaan eten. Er zijn hier ook veel eettentjes en het is er erg druk.

We besluiten ergens te gaan zitten en Anita loopt direct naar de overkant voor een verse cocktail. Frank en ik nemen een biertje en Khaan heeft in no-time al iets besteld. Gefrituurde grote garnalen met een krokant korstje en een lekker sausje. Wanneer ik dit ook wil doen, word ik eigenlijk door Appie gewaarschuwd niet zelf te bestellen. Het is namelijk zo dat de locals hier voor dat portie 100 bath betalen, maar ik als toerist 180 bath. En daar is ze het niet mee eens. “ Laat mij maar bestellen” zegt ze. Frank gaat alleen voor het biertje. Hij heeft zijn restaurant al gevonden, maar waar of wat zegt hij niet.Aldus besloten en betaald Appie de locale prijs (ongelooflijk eigenlijk). Er zijn heel wat toeristen vanavond aanwezig, dus ze doen goede zaken.

Als we het terrein aflopen stopt Frank voor zijn restaurant. Het is een eetkraampje, die heerlijke Pad Thai voor ons maakt. Ik film het gehele proces van deze keukenprinses in haar verrijdbare keuken en in het hotel eten we het later lekker op. Er is bij 7eleven weer wat drankjes gekocht en we eten weer heerlijk voor nog geen 100 bath. (=2,50 euro). Rond een uur of 10 gaan we naar bed.

Wie doet ons wat, ik ben helemaal verknocht aan Thaifood, haha.


Dag 13: het minder goede idee van Anita

Vandaag spreken we om acht uur via de app af om te gaan ontbijten. Het is in het restaurant aan de zee en het zit aardig vol. Echt een hele mooie omgeving om je dag mee te beginnen. Vandaag kies ik voor een bordje nasi en bami met een spiegeleitje met een kopje thee (wat een combinatie). Gevolgd door twee geroosterde boterhammen met ieder een spiegelei, twee worstje, watermeloen en cantelope meloen (die laatste meloen: nooit van gehoord, Anita verteld me het net). Twee kopjes koffie en nog eens twee halve sandwiches met stroop, pffff. Ik zit helemaal vol. Komt Anita met het super idee om niet direct naar het strand te gaan, maar eerst te gaan wandelen....... Goed voor de spijsvertering.

Je bedoeld “letterlijk het luie zweet uit je laten lopen, haha”. We wandelen uit het resort en volgen de weg terug naar de aankomstpier, dan lopen we meer het binnenland in en passeren echt Thaise lokale huisje met eigenlijk allemaal wel een soort van winkeltje erbij. De ene heeft een supermarktje, er zijn veel restaurantjes, er staat iemand vlees te grillen om half tien al, en overal het echte Thaise fantastische meubilair. Kleine, verbleekte kapotte plastieken stoeltje en krukjes aan gammele tafels.Waar je ook kijkt, het is zo rommelig. Het vuil ligt overal tussen en onder. Niet echt smerig, maar gewoon heel veel troep. Niets wordt echt opgeruimd. Daar waar scooters worden verhuurt, worden ze ook gerepareerd en bevind zich zowel de werkplaats als de vuilnisbelt. Er wordt gewoon niets opgeruimd. Maar echt regeltjes zijn er volgens mij ook niet en een verplichte afzuigsysteem voor in de keuken, zoals in Nederland, kennen ze niet. Maar ook dit is Azië en daar moet je gewoon doorheen kijken.

Van de week zei ik het nog tegen Frank. De tempels zien er fantastisch uit met veel blingbling en goudkleurige gebouwen, de huizen van de locals zijn van alle materialen gemaakt. Veelal gewoon beton, grauw en grijs. Al het geld gaat naar hun geloof, liever sparen ze voor offers dan dat ze op vakantie gaan of wat onderhoudt aan hun huizen doen.

Maar nu weer over het superidee van Anita, de wandeling. Wat was het heet. We zagen, net buiten het dorp dat er een aantal verschillende stranden waren waar we naar toe konden lopen, maar de kortste was 3 km. Chang had vandaag niet echt veel zin in de wandeling, dus die liet zich dragen door zijn vader. Die was na een lichte helling volledig leeggelopen in zijn t-shirt en ons eigenlijk smeekte om terug te mogen. Toen hij Chang even neerzetten, ging hij er ineens vandoor richting ons resort, roepend dat Appie Chang moest dragen haha. En zo was hij de last kwijt, maar was Appie de sigaar.

Terug bij het resort, zijn we weer lekker naar het zwembad gegaan en na een verfrissende duik hebben we lekker zitten lezen en zijn Frank en Khaan lekker de zee op gegaan met een kano. De rest van de dag heerlijk daar doorgebracht tot een uurtje of drie. Frank had honger gekregen (we hadden eigenlijk geen middageten gehad) en wilde weer even terug het stadje in voor varken. Hij had dit vanmorgen al zien liggen op de bbq en heeft een grootte hoeveelheid daarvan gekocht. Appie en Chang lagen op dat moment even te rusten en toen we lekker zaten te smikkelen (Anita had ook nog verse ananas) belde Appie Frank op dat ze wat te eten wilde gaan halen voor Chang. Die was hongerig opgestaan. Dus wij met zijn alle weer het stadje in via een andere weg. Na wat huisje ziet Appie een wel erg lokaal restaurant (kun je het eigenlijk niet noemen) waar Appie gewoon even in de open keuken alle pannendeksel optilde om te kijken wat de pot schaft. Ik moet er eigenlijk wel om lachen en zie ineens een mevrouw een beetje verscholen zitten werken achter een stapel keukengerei.

Appie praat even met die mevrouw en zegt dat ze iets gaat maken voor Chang en wij schuiven dus aan, aan de tafel. De mevrouw zei tegen Appie dat ze hoorde dat er buitenlanders voor haar tentje stonden, maar ons eigenlijk niet wilden bedienen. Ze spreekt geen woord Engels en dus wilde ze liever dat we door zouden lopen. “Ome Jan, dit moet je echt proberen”, zegt Appie. Ze loopt weer terg naar het keuken en wijst op een pakketje bananenbladeren. Natuurlijk zeg ik geen nee en ze pakt direct maar twee pakketjes. Er zit sticky rijst met banaan in. Erg lekker, dus dat eten we gezamenlijk even op. Chang krijgt weer omelet met varken en sticky rijst. Hij eet goed, Khaan loopt langs het drooggevallen strand tussen de rotsen te zoeken naar mooie schelpen.

Hierna lopen we nog even door tot waar Frank net zijn stukjes varkensvlees heeft gehaald, want “ Appie heeft altijd honger” zegt hij. “Al is het drie uur in de nacht, als ze wakker wordt heeft ze honger, haha”.

Dan is het al half zes en krijgen we allemaal wel trek. We lopen weer naar het restaurantje waar we gisteren ook gegeten hebben en eten daar weer heerlijk. De porties zijn groter dan normaal, veel lekkerder en bijkomend voordeel, ook nog eens goedkoop. Wat wil je als zuinige Hollander nog meer op vakantie.

We zijn weer erg aanwezig in het restaurant, er zijn na een tijdje helemaal geen andere klanten meer. Wanneer we weg willen, gaat het weer helemaal los met de regen. We blijven nog even natafelen en als het wat droogte wordt, wandelen we gauw terug naar het Resort. Hier drinken we nog een biertje en een coctailtje. Chang is erg lief en vindt het wel lekker als je zijn rug lekker kriebelt. Hij gaat dan voor je staan, doet zijn shirt omhoog en bukt zich voorover op handen en voeten. Hilarisch om te zien en ik ben vanavond aan de beurt. Rond half negen nemenwe weer afscheid van elkaar en gaan naar ons mooie hutje op het water. Wat een heerlijke dag was het weer en wat genieten we toch met elkaar.

Morgen vertrekken we om naar een volgend fantastisch eiland te rijden, het wordt het James Bond Eiland, ik weet even niet de exacte naam. Morgen om half elf weer terug met de speedboot naar het vaste land en dan weer verder naar het zuiden met de auto.